Ik had behoefte aan contacten en wilde graag iets terugdoen en zelf punten verdienen. Ik mocht beginnen met helpen aan de balie, maar bonnen schrijven was moeilijk. Toen zag ik het naaiatelier en vroeg aan Mien of ik daar mocht werken. Ik moest eerst een proeflapje maken om te laten zien wat ik kon. Toen kon ik meteen beginnen!
Er kwam een keer een vrouw binnen en ik ging met haar in onze eigen taal praten. Toen zei Mien; ‘Iedereen is hier welkom, maar de Ruilwinkel is Nederland in het klein, dus we moeten allemaal Nederlands praten.’ Ik dacht; ‘wat een strenge baas’, maar later vond ik het goed en ging ik steeds beter Nederlands praten.
Ik heb ook veel woorden geleerd van de klanten; mouw, rits, korter maken… Nu heb ik met iedereen goed contact en vind ik het fijn om mensen te helpen, want ik weet wat het is om weinig geld te hebben.
Op een dag viel bij mij thuis de afzuigkap van de muur op het fornuis. Ik kan veel zelf, maar dit kon ik niet oplossen. Toen heeft Mien een andere vrijwilliger gevraagd. Hij heeft de afzuigkap voor mij opgehangen. Heel fijn dat ik direct werd geholpen.
Mijn dochter mocht stage lopen in de Ruilwinkel. Daarvoor heeft ze een getuigschrift gekregen voor school. Ja, de Ruilwinkel is belangrijk voor mij. Het gaat nu goed met ons; mijn dochter studeert en we hebben een huis gekregen. We wonen nu wel wat verder weg. En ik ben bezig met een cursus om aan betaald werk te komen. Toch wil ik graag naar de Ruilwinkel blijven komen, want het is hier vertrouwd; het voelt als mijn ouderlijk huis.”
Marine