“Ik mag mijn oma’s lidnummer overnemen als zij ooit stopt.”
“Toen mijn opa in 2002 is overleden, hoorde oma via een achterbuurvrouw, die hier toentertijd vrijwilligster was, over de Ruilwinkel. Oma heeft opa’s kleren naar de Ruilwinkel gebracht en is meteen lid geworden. Ze heeft lidnummer 91! Ik ben vanaf het begin altijd met haar mee gegaan. Als oma ooit stopt mag ik haar lidnummer overnemen.
Het fijnste van de Ruilwinkel vind ik de gezelligheid en de vriendelijke manier waarop iedereen met je om gaat. Ze maken altijd een praatje en vragen hoe het met je gaat. Voor mijn oma is het fijn om er eventjes uit te zijn en onder de mensen te komen. Thuis heeft ze alleen mij want we hebben niet zoveel familie meer.
Soms worden er gezellige activiteiten georganiseerd, zoals een modeshow waar ik zelf ook aan heb meegedaan.
Vandaag kom ik de kleren van mijn oma ophalen bij het naaiatelier. Ze is een beetje gekrompen en haar kleren zijn haar te groot geworden. Zonde om ze weg te gooien. Hier verstellen ze alles precies zoals jij het wilt, en je betaalt met punten. Dat komt goed uit als je leeft van een klein pensioentje.
Voor mezelf neem ik vooral dvd’s en boeken mee. En ik kijk ook vaak tussen de hobbyspullen. ’s Morgens werk ik, maar het is leuk om ’s middags thuis ook wat te doen te hebben.”